Sleeuwijk ligt aan de Boven-Merwede, schuin tegenover Gorinchem en tussen Werkendam en Woudrichem.
Tussen Sleeuwijk en het water ligt buitendijks op een uiterwaard het natuurgebied Groesplaat.
Daar bevindt zich ook de haven. Aan de rand van Sleeuwijk vindt men de (voormalige) buurtschappen Kerkeinde, Hoekeinde en 't Zand.
Geschiedenis
De oudste vermelding van Sleeuwijk dateert uit 1266. Sleeuwijk dankt zijn betekenis vooral aan het veer naar Gorinchem.
Dit werd voor het eerst in 1327 genoemd en was één van de oudste voetveren van Nederland.
In 1811 stak keizerin Marie Louise van Oostenrijk, vrouw van Napoleon Bonaparte, met dit veer de Merwede over.
Vandaar dat het veer de bijnaam Het veer van Keizerin Marie Louise kreeg en een tijdlang werd aangeprezen als de kortste weg
naar Parijs.
De -steeds drukker wordende- veerpont was van groot belang en heeft gefunctioneerd tot in 1961 de Merwedebrug werd geopend.
In 1589 werd de kerk van Sleeuwijk verwoest, toen de dijk van de Boven-Merwede werd doorgestoken. Later werd deze kerk weer
hersteld. In 1594 werd, in opdracht van Willem van Oranje, de Muggenschans gebouwd, alsmede Fort De Werken,
op de plaats waar later Fort Altena zou komen. Deze schans werd sinds het begin van het Twaalfjarig Bestand, in 1609, niet meer gebruikt.
Tot in de 2e helft van de 20e eeuw, nu is ze volledig verdwenen.
Groesplaat is een nieuw natuurgebied in de uiterwaarden tussen de Boven-Merwede en Oudendijk, tussen Woudrichem en Sleeuwijk.
Het meet 168 ha. De Groesplaat is een grotendeels open uiterwaard. Opvallend is de evenwijdig aan de rivier lopende nevengeul.
Langs deze geul is een moerasvegetatie aanwezig welke geleidelijk overgaat in vochtige tot droge graslanden en ruigtes.
Op verschillende plaatsen komt rietmoeras en opgaand wilgenbos voor. Langs de rivier liggen zandstrandjes met aansluitend
een zandige oeverwal.
Het natuurgebied werd in 1999 voltooid en is sindsdien in beheer van Brabants Landschap Het gebied is vrij toegankelijk tussen
zonsopgang en zonsondergang. Er mag niet van de paden afgeweken worden. Er zijn drie wandelroutes uitgezet.
Flora en Fauna
In de brede geul, de Oudendijkse Geul genaamd, die gegraven is ontstaat een belangrijke
paaiplaats voor vissen en foerageerplaats voor grote viseters als aalscholver en visarend.
De Oudendijkse Geul ligt in het verlengde van een natuurlijke kreek, het Oudendijkse Gat, die in
rechtstreekse verbinding staat met de Merwede.
In de graslanden broeden kievit en gele kwikstaart, in de ruigtes kneu, putter en rietgors.
Er lopen Gallowayrunderen en halfwilde IJslandse paarden voor de begrazing. Ook worden soms Reeën
gezien.
Kenmerkende flora van het gebied is te vinden op de hoger gelegen zomerkaden en oeverwal:
stroomdalflora zoals Sikkelklaver, Geel walstro, Heksenmelk, Knoopkruid, Geoorde zuring en
Echte kruisdistel vallen hier op.
Langs de slikachtige oevers van de nevengeul zijn Slijkgroen, Naaldwaterbies, Klein vlooienkruid,
ruin cypergras en Zwart tandzaad te vinden.
Langs de rivier kiemen door de rivier aangevoerde zaden van exoten zoals Tomaat, Zonnebloem,
Afrikaantje en Doornappel.Op de evenwijdig aan de rivier lopende zandruggen groeien planten
van schrale milieus als Muurpeper en Liggende ganzerik, alsmede Wilde marjolein en
Zacht vetkruid. Op de steenbeschoeiingen vindt men pijpbloem en grote engelwortel.
De grienden worden niet meer afgezet waardoor ze doorgeschoten zijn. Hier huist een kolonie van de Foto Groesplaat Bron: website uit 't zuiden
blauwe reiger en vindt men ook de bosuil.
Tot de sprinkhanensoorten behoren de zeldzame Greppelsprinkhaan en Bramensprinkhaan.
Een bijzondere libellensoort in dit gebied is de zeer zeldzame Rivierrombout, ;waarvan de larve
in de rivier leeft.
Geschiedenis
Oudendijk behoort al sinds de vijftiende eeuw tot de jurisdictie van de stad Woudrichem.
De bewoning van Oudendijk concentreert zich langs een oude dijk, die is opgeworpen na de Sint-Elisabethsvloed van 1421.
Vermoedelijk woonden er voor de
Sint Elisabethsvloed ook al mensen in de directe omgeving van de buurtschap.
In de buurt van het schanswiel ligt een ruïne van kasteel Wielensteyn. Het kasteel zelf wordt genoemd in charter
van Philips van Bourgondië uit 1465 aangaande de aanleg van de dijk aan de Merwede en de Kornse Dijk:
Geschiedenis
Woudrichem is ontstaan in de negende eeuw. Op een oeverwal, waar zich nu de Hoogstraat
en de Molenstraat bevinden, ontstond een marktplaats. Rond het jaar 1000 verschenen,
merendeels ten noorden van de Alm, een aantal nederzettingen die op Woudrichem waren
gericht.
De Maas stroomde aanvankelijk niet langs Woudrichem.
De hoofdstroom van deze rivier stroomde eerst ongeveer door de bedding van de huidige Bergsche Maas,
later was de Alm de hoofdstroom, en nog later de huidige Afgedamde Maas, tot in 1904 de Bergsche Maas
werd gegraven.
Woudrichem lag strategisch aan de samenvloeiing van Maas en Waal in de invloedssfeer van zowel het Hertogdom
Brabant, Gelre en het Graafschap Holland. In 1322 werd het Land van Altena bij het Graafschap Holland gevoegd
om pas in 1815 bij de nieuw gevormde provincie Noord-Brabant te worden ingedeeld. Lees verder »
Een dagje naar Woudrichem
Foto: Historisch centrum Bron: website weekendplanner
Woudrichem is een vestingstad aan de rivier de Merwede. In de veertiende
eeuw begon men aan de bouw van de muren.
U kunt nog steeds over de 16de-eeuwse stadswallen om de stad lopen.
Op de wallen staan kanonnen en er is een werkende molen die u kunt bezichtigen.
De stad heeft een klein centrum met historische straatjes en mooie historische panden.
Vanuit Woudrichem kunt u met een voetveer naar Gorinchem en er is een voetveer naar
Slot Loevestein. Een dagkaart voor een rondje met de veerboten van Gorinchem naar Woudrichem,
Slot Loevestein en Fort Vuren kost c.a. 5 €.
Woudrichem is een watersportplaats met een jachthaven.
In het historische centrum van Woudrichem zijn gezellige restaurants.. Lees verder »
De eerste schriftelijke vermelding van Rijswijk stamt uit de periode tussen 1076 en 1099.
In dit document wordt ene Hamulgerus de Riswic opgevoerd die getuige is bij een schenking.
Aangezien er diverse plaatsen met de naam Rijswijk bestaan is niet bekend om welke plaats het hier precies ging.
Pas in 1233 is er een verwijzing waarvan met zekerheid gezegd kan worden dat het Rijswijk bij Woudrichem betreft.
In een schenkingsacte wordt melding gemaakt van de tienden van Rijswijk, die toekomen aan de Bisschop van Utrecht.
Rijswijk van een leen van de Heren van Altena, waaronder een lange reeks telgen van het geslacht Van Horne.
Toen Filips van Montmorency in 1568 onthoofd werd, verkocht zijn weduwe de heerlijkheid Altena aan het
Graafschap Holland, waardoor Het Land van Altena rechtstreeks onder Holland viel en de plaatselijke heren
rechtstreeks onder de Staten van Holland vielen.
Naast het Slot te Rijswijk was er zeker al sinds ongeveer 1100 een kerk. Deze wordt in 1369 voor het eerst vermeld.
Het Fort bij Giessen is een fort, dat onderdeel uitmaakt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en dat gelegen
is nabij de plaats Giessen.
Het fort werd gebouwd van 1878-1881 en diende om een aanval op Woudrichem te voorkomen. De bouw was
moeilijk: de vaste kleilaag lag op een diepte van 3 meter en het veen daarboven moest worden afgegraven,
waarna de put opgevuld moest worden met zand om de fundering stevigheid te verschaffen.
Natuurgebied
Omstreeks 1980 kwam het fort in bezit van de Stichting Ons Brabants Landschap
Het terrein heeft een oppervlakte van 12 hectare.
Het hoofdgebouw wordt gebruikt door de natuurvereniging Altenatuur en door de Archeologische
Vereniging van het Land van Heusden en Altena.
De laatste vereniging heeft er een aantal archeologische en paleontologische vondsten uitgestald.
Sommige daarvan, zoals een mammoetkies en het gewei van een reuzenhert, kwamen tevoorschijn bij het
uitbaggeren van de Maas.
De natuurwaarden van het gebied komen tot uiting in het reliëf, met hoogteverschilen tot 20 meter.
De meidoornhagen, eens bedoeld om de vijand te hinderen, zijn nu ideale broedplaatsen voor vogels
en de muren bieden plaats aan muurplanten zoals muurvaren en tongvaren.
In de bomvrije bijgebouwen overwinteren vleermuizen. De gemeente heeft een wandelpad om het fort
aangelegd en soms worden er excursies naar het fort georganiseerd. Foto Stichting Brabants Landschap
Geschiedenis
In Giessen heeft ooit het Kasteel Giessen gestaan. Het dorp bezat reeds in de 11e eeuw een tufstenen kerkje.
Omstreeks 1200 verlegde de Maas haar loop en brak door de bedding van de Alm, om vervolgens noordwestwaarts te stromen.
Aldus werd ook de kerk ondermijnd en herbouwd op een buitendijkse terp.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam er industrialisatie. Met name in 1952 begon de reeds in 1925 bestaande groothandel in
groenten en aardappelen van de firma Hak met een groenteconservenindustrie, welke sindsdien aanzienlijk gegroeid is en de
belangrijkste werkgever van Giessen is.
De voormalige gemeente Giessen werd in 1973 opgeheven en ingedeeld in de gemeente Woudrichem. Op 1 januari 2019 werd Giessen
ingedeeld in de gemeente Altena. In 2013 stuitte men aan de Burgstraat op de fundering van het Kasteel Giessen,
door graafwerkzaamheden voor de bouw van woningen in bouwplan 'de Looveling'. De ex-brandweerkazerne en het
dorpshuis werden voor dit plan gesloopt.
De brandweertoren (1957) bleef wel bewaard, en kreeg op vrijdag 8 mei 2015 zijn (vernieuwd) uurwerk weer terug. Dit op verzoek van de inwoners
door een actie in 2014, mede verzorgd door o.a. Cees van Tilborg, tevens koster van de plaatselijke kerk
Martine Bijl Het Zonnetje in huis
Martine Bijl begon als professioneel zangeres en maakte een twintigtal lp’s en cd’s.
Zij werkte mee aan diverse televisieprogramma’s, onder andere Wie van de Drie. Voor de personalityserie Martine won ze in 1980
de Gouden Televizier-Ring.
Martine Bijl vertaalde en bewerkte diverse televisieseries. Met John Kraaijkamp senior en junior speelde zij in meer dan honderd
afleveringen van Het Zonnetje in huis en ze maakte reclame voor HAK groenten.
Johnny Kraaijkamp laat weten: “Ze was een zeer dierbare collega met wie ik intensief heb samengewerkt.
Zij was degene die onze rollen in de gaten hield. Mijn vader was in de serie de spits die het afmaakte en wij speelden de middenvelder
die de voorzetten gaven. Dat kon ze heel goed.”
Hij heeft altijd uitstekend met haar gewerkt. “Er was wederzijds respect. We vulden elkaar aan en corrigeerden elkaar als dat nodig was.
Ze was een veelzijdige comédienne. Ze had ontzettend veel humor. En qua taal en script was ze erg punctueel.”
Ook roemt Kraaijkamp haar oprechtheid. “Ondanks dat ze dochter was van een arts had ze de mentaliteit van de straat.
Er komen in ons vak veel aanstellers voor en daar was zij wars van. Ze was juist erg bescheiden.”
In 2015 werd ze getroffen door een hersenbloeding. Daarover, en over de daarop volgende depressie, schreef ze het boek Rinkeldekink, dat in november 2018 verscheen.
Martine Bijl was getrouwd met presentator en regisseur Berend Boudewijn.
Beschrijving van Wilhelminasluis
Inleiding. SLUIS in 1897 in Ambachtelijk-traditionele trant gebouwd naar model van een vanaf 1808 in zwang zijnd type waaiersluis.
Rond 1900 werden Maas en Waal gescheiden door het graven van de Bergse Maas en de aanleg van een afsluitdijk in de Maas
bij Andel. In de afsluitdijk kwam de Wilhelminasluis te liggen. Ter herinnering aan de voltooiing van dit belangrijke
waterstaatkundige project werd een gedenksteen in Art Nouveau-stijl opgericht en in 1904 door H.M. de Koningin onthuld.
Het monument ligt langs de weg op de dam aan Gelderse zijde. De noordzuid gerichte sluis bestaat uit twee delen met over de
zuidelijke sluisdeuren een van elders herplaatste brug waarover de verbindingsweg van Noord-Brabant naar Gelderland loopt.
De sluizen zijn uniek vanwege de nog steeds in gebruik zijnde waaiervlotdeuren die zowel hoog Maas- als Waalwater
kunnen keren... Lees verder »
Heel veel informatie geeft de website Wilhelminasluis, niet alleen over de passerende scheepvaart, maar werkelijk over alles wat
maar met deze monumentale sluis en zijn omgeving te maken heeft. Bovendien een prachtig filmpje.
Veen
Veen is een dorp in de gemeente Altena in de Nederlandse provincie Noord-Brabant.
De voorheen zelfstandige gemeente Veen werd in 1973 bij Aalburg gevoegd, maar al vanaf 1852 werd het burgemeestersambt
van Veen en van Wijk en Aalburg door dezelfde persoon vervuld. Het dorp telt 2.713 inwoners (per 1 januari 2018).
Veen is gelegen aan de Afgedamde Maas, en is een benedendorp in het Land van Heusden.
Een veerpont verbindt Veen met het aan de overkant van de Afgedamde Maas gelegen Gelderse Aalst.
Geschiedenis
De oudste schriftelijke vermelding van Veen (Vene) dateert uit het jaar 1108. Op 26 juni van dat jaar was ene
Gerardus de Vene in Aalburg aanwezig bij een plechtige bijeenkomst van de Bisschop van Utrecht,
die de kerk van Aalburg restitueert aan het Ambt van Sint Truiden en diens voogd, graaf Floris II van Holland.
Deze Gerardus was zeer waarschijnlijk de voorman van het gehucht Veen. Het oudste gedeelte van Veen was toen nog de Eng,
gelegen tussen de Grotestraat en de Maasdijk en de latere Tuinstraat. Tegenover de Eng werd in het begin van de twaalfde eeuw
het eerste kerkje gebouwd, de toren volgde in de dertiende eeuw.
Het plaatsje Veen werd tussen het jaar 1000 en de
St. Elisabethsvloed van 1421 eveneens vermeld op een kaart van de Groote Waard uit 1200.
Veen ligt in deze waard, een gebied grofweg tussen Heusden en Dordrecht. Het stroompje waaraan het dorp toen lag is de Alm.
Pas na 1400 veranderde het gedeelte vanaf Heusden tot Woudrichem in de Nieuwe Maas en kwam er in Giessen een splitsing naar het riviertje de Alm.
Na de genoemde
St. Elisabethsvloed veranderde dit hele gebied. Langs de riviertjes ontstonden nederzettingen Orgel Hervormde kerk Veen Foto Piet Bron
die bij hoogwater dikwijls weer wegspoelden, want de dijken waren vaak te zwak.
Ambachtsheerlijkheid
Het hele gebied hoorde bij het Land van Heusden, wat weer deel was van het Graafschap Holland. Pas bij wet van
10 februari 1815 werd het definitief toegevoegd aan Noord-Brabant. Veen was een oude ambachtheerlijkheid.
Dat betekende dat de heer de heerlijke rechten in leen had van de graaf van Holland. Veen was tot 1811 een
rechterlijke, bestuurlijke en waterstaatkundige eenheid. De Veners werden in die tijd bestuurd door een
schepenbank, bestaande uit een schout en vijf schepenen, een secretaris, twee burgemeesters en een waardman
voor de polderzaken.
De schepenbank had slechts de lage jurisdictie. Het dorp viel onder het drostambt van Heusden en alle zaken van
criminele aard kwamen terecht bij de Heusdense schepenbank. Pas in 1780 was er sprake van een 'gerichthuijze'
in Veen.
In het begin van de negentiende eeuw heeft de hogere overheid geprobeerd deze zaken en functies van elkaar te
scheiden, maar dit lukte niet direct.
Ook toen was men al wars van ingrijpen van hogerhand.
Het dorpsbestuur kwam in lokale herbergen bijeen. In 1811 kwam hier een einde aan.
De ambachtsheerlijkheid Veen bleef lang in 's-Graven boezem. Dit hield in dat de Staten van Holland
rechtstreeks het gezag uitoefenden, buiten de ambachtsheer om. Wegens geldgebrek werden in 1724 de
heerlijke rechten alsnog verkocht aan ene Maarten Vlaardingerwoud, en later kwamen ze in handen van de familie
Van Kretschmar.
Revolutie
Eind achttiende eeuw heerste er een geest van revolutie die doordrong
naar het platteland.
In Veen werden, net als in andere plaatsen, daarom nachtwachten ingesteld.
Op zondag 23 januari 1785 maakte de predikant vanaf de kansel bekend dat op
bevel van de schout elke derde man van een gezin moest opkomen om met wapens
te komen oefenen.
Dat lukte zo maar niet en het Veense volk kwam in opstand. Uit Den Haag werd
opdracht gegeven om de oproerige bevolking tot gehoorzaamheid te dwingen.
De raad moest zelf het voorbeeld geven en voorop gaan in het beginnen van de
oefeningen op het plein voor de kerk.
In dat jaar waren er in Veen 106 weerbare mannen tussen de 18 en 60 jaar.
Fraaie foto's van Jan Dijkstra op Flickr... Klik verder »
Streekarchief Langstraat Heusden Altena... Naar de website »
Home